Het Oostenrijkse woningen verhaal

In 1948 kocht het Ministerie van wederopbouw in den Haag 800 houten woningen in Oostenrijk “Thermobau” type “Niederlanden” een speciaal voor Nederland ontwikkeld huis naar Oostenrijkse bouwmethode. Dus niks geen schenking en het woord “Wiedergut-machung” was in die tijd nog niet uitgevonden. Bovendien wat had Oostenrijk wieder gut zu machen in de Noord-Oostpolder. Ook de naam “Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders” klopt niets van, deze naam is pas ontstaan in Zuidelijk-Fl;evoland. Hier is het altijd “Directie Wieringermeer” (Noordoostpolderwerken) geweest. De overige 94 woningen staan in Zwolle (4) Emmeloord (12) Marknesse (6) en de rest (74) bij boerderijen aan de zuid-oostlkant van de polder. 

(knipsel:01 febr.1949)
Het verhaal. 
De aankoop van de Oostenrijkse woningen volgens zeggen 800 stuks, zijn waarschijnlijk met vis betaald. Bijgaand krantenknipsel zou dat wel eens kunnen bevestigen. Het Ministerie van Wederopbouw heeft in Oostenrijk opdracht gegeven tot de bouw van 800 woningen. Op afleveringslijsten van de Oostenrijkse fabriek staat Thermobau type: "Nederland" en dan alle losse onderdelen zowel in het Duits als in het Nederlands aangegeven. Het lijkt mij geen echt Oostenrijks huis maar omdat Oostenrijk natuurlijk hout had en productie capaciteit is er m.i. een woning ontwikkeld naar onze eigen maatstaven. c.a. 3 jaar na de oorlog lijkt mij het woord "Wiedergoedmachung" nog niet uitgevonden en zeker niet t.o.v. De Oostenrijkse regering en de Noord Oostpolder. Hoe komt dit verhaal dan in de wereld? Inmiddels is wel bekend dat het Ministerie van wederopbouw in 1948 800 stuks woningen in Oostenrijk heeft gekocht en betaald met ruilhandel omdat wij ook geen deviezen genoeg hadden.

Uit de driemaandelijkse 
BOUWKUNDIGE AFDELING 
De bouwactiviteit is gedurende de verslagperiode aanmerkelijk toegenomen. In het bijzonder in het zuidoostelijke deel van de polder (waar de pachters hun bedrijven krijgen) verrijzen vele woningen. Behalve de in het vorige verslag genoemde landarbeiderswoningen zijn hier in aanbouw 72 z.g.n. Oostenrijkse woningen dit zijn houten montagewoningen, welke van een zodanige constructie zijn dat zij als permanente woningen kunnen worden beschouwd. Zij worden voorzien van een paalfundering en de montage ervan tot en met de pannendak legging vraagt ongeveer een week. Hoewel hierna nog enkele maanden met het afwerken gemoeid zijn, mag toch worden verwacht dat deze woningen voor 1 april gereed zullen zijn. Ten gevolge van spelen met vuur door kinderen zijn zes woningen welke in een open loods te Ens waren opgeslagen, verloren gegaan. Gelukkig bleek het mogelijk dit verlies aan te vullen. De genoemde houten woningen zijn bestemd voor pachterswoningen, zodat het aanvankelijke voornemen om de pachters voorlopig in arbeiderswoningen te huisvesten geen doorgang hoeft te vinden. Hierdoor wordt het dus mogelijk dat de pachters hun vaste arbeiders een woning bij het bedrijf kunnen aanbieden., wat ook van landarbeiders, die anders in de kampen zouden moeten worden ondergebracht, het gemakkelijker zou maken en bovendien de pachters de kamp en reiskosten van de arbeiders zal besparen. Omdat de hoeveelheid werk sterk is toegenomen kan helaas niet worden verwacht dat het productie-tempo hiermede gelijke tred houdt. Wel is waar is het aantal der bouwvakarbeiders aanmerkelijk toegenomen, doch er valt nog steeds een gat om geschoolde arbeiders te contracteren. Bovendien blijft de gemiddelde vakbekwaamheid van de vaklieden ver achter bij die der vooroorlogse arbeiders, om nog niet te spreken van de arbeidsprestatie. Niet onvermeld mag echter blijven, dat er hier en daar verbetering valt te constateren, doch deze gevallen komen nog te weinig voor om van een verhoogde arbeidsproductiviteit te kunnen spreken. Er zijn onderhandelingen gaande om ook voor de N.O-Polder een tariefregeling samen te stellen in welk geval het loonplafond zou worden losgelaten. 

Het tijdschrift ‘Bouw’ van vlak na de oorlog (jaargang 46, blz. 802 en 803)

 De 800 Oostenrijkse houten midden­standswoningen, waarover den laatsten tijd korte berichten zijn verschenen, zullen als wij ons niet vergissen, haar weg in Nederland wel vinden. Daar staan in de eerste plaats de betrekkelijk geringe prijs van ongeveer ƒ 10.000,-, welke zij naar schatting exclusief den grond kant en klaar zullen kosten en vervolgens de gerieflijke, vrij ruime indeeling borg voor. Nederland zal deze huizen betalen met levensmiddelen, zooals gedroogde groenten en visch, waaraan Oostenrijk groote behoefte heeft en wel zoodanig, dat alleen het houten omhulsel inclusief vrachtkosten naar ons land, opslag enz. naar voorloopige raming voor ƒ 5000,- aan den particulieren kooper kan worden verkocht. De toekomstige eigenaar zal dus zelf een aannemer opdracht moeten geven voor het leggen van de fundeeringen en de vloeren, het bouwen van den schoorsteen, het aanbrengen van de dakbedekking, het aanleggen van gas- en electrische geleidingen, benevens het inbouwen van installaties van bad en sanitair. Deze laatste werkzaamheden worden thans op ongeveer ƒ 5000,- begroot. De kooper kan het huis van het Rijk betrekken en zal den prijs daarvan, alsmede den bouw geheel uit eigen middelen moeten financieren, ofwel gebruik moeten maken van de financieringsregeling welke geldt voor particulieren bouw. Is hij oorlogsslachtoffer, dan zal hij ook gebruik kunnen maken van de Regeling voor de financiering van het herstel van oorlogsschade aan woningen. Aan bouwers in de geteisterde gebieden zal voorrang worden verleend. Teneinde een billijke verdeeling te waarborgen zijn de Provinciale Directies van de Volkshuisvesting met de verdeeling over de gemeenten belast. Het huis telt twee verdiepingen, resp. van 2.40m en 2.30m hoogte. Het bevat gelijkvloers een hal met garderobe, een W.C., een keuken, een woonkamer met eethoek, welke door het aanbrengen van een gordijn van elkander kunnen worden gescheiden en een studeerkamer. De bovenverdieping bevat 3 kamers en een badcel. De dubbele wanden zijn 17cm van elkaar verwijderd. De buitenste wand is aan de binnenzijde met een vochtwerend middel bestreken, terwijl aan de binnenzijde van den binnenwand vezelplaten zijn aangebracht. Tussen deze beide wanden bevindt zich een dunne alumi-niumplaat. Bestekken voor den bouw zullen van Rijkswege worden beschikbaar gesteld. Waarschijnlijk zullen in deze bestekken met verschillende wenschen rekening worden gehouden. Zoo zullen sommigen boven een kelderkast een ruimeren kelder prefereeren. De woningen kunnen, wanneer zij goed worden onderhouden, vele jaren mee en zijn dus als permanente woningen te beschouwen. De eerste zending kan medio December e.k. worden tegemoet gezien.