"Boerderijen in de Noordoostpolder"

Verschenen in het jaar van de Boerderij mei 2003 het standaard werkgeschreven door André Geurts. Bouwhistorie en vormgeving. 1942-1962. 

"Architectuur en Stedenbouw in Flevoland"
Urk 1850-1940 en de Noordoostpolder 1942- 1962 Monumenten inventarisatie project D´Laine Camp en Mariëtte Kamphuis. 

"Bouwen op Nieuwe Bodem"

door H.J.Stuvel 1967. Bouwgeschiedenis van Wieringermeer tot Oostelijk Flevoland. 

BOERDERIJEN

Door de oorlogsomstandigheden en de daarop volgende schaarste aan bouwmaterialen kon de eerste uitgifte van boerderijen pas in 1947 voor het eerst plaatsvinden. In het algemeen moet worden gezegd dat het tempo van de uitgifte van boerderijen in de N.O.P. niet werd bepaald door de snelheid waarin de grond cultuurrijp werd, maar veelal door de middelen die beschikbaar kwamen om de benodigde bedrijfsgebouwen en woningen te stichten.
In de Wieringermeer was al studie gedaan naar boerderijtypen en het was de bedoeling deze ook in de N.O.P. toe te passen. Daarom zijn de eerste 62 boerderijen dan ook van het Wieringermeer type S6 en Q7. Deze monumentale gemetselde boerderijen noemen wij dan ook de cultuurboerderijen, omdat vanuit deze boerderijen meestal aan het begin van een weg de grond in cultuur werd gebracht.
Toen men na de oorlog de uitgifte van boerderijen voortvarend wilde aanpakken, bleek de bouwmaterialen schaarste een groot struikelblok. Pas in 1947 kreeg de directie van de minister 100 Oostenrijkse woningen toegewezen, waarvan 75 als voorlopige noodwoning voor de nieuwe pachters. 
Voor de schuren moest ook een oplossing worden bedacht en men vroeg toestemming om een 100 tal Nissenhutten te kopen in Engeland. Echter wij hadden niet genoeg deviezen om ze te kunnen betalen. De directie kon vervolgens de hand leggen op een 100 barakken van een krijgsgevangen kamp uit België. In 1948 is er geen verpachting geweest i.v.m. de schaartse. 
Inmiddels had de fa. Schokbeton vanuit Zwijndrecht een filiaal opgezet in Kampen. De Directie die in de Wieringermeer al alle stalramen van Schokbeton had betrokken, was al met Schokbeton aan het brainstormen over prefab woningbouw. Maar dat stond nog erg in de kinderschoenen. Maar voor de boeren met een z.g. “Belgischebarak” die ook vee hadden was de ruimte erg beperkt.
Daarom werd aan Schokbeton verzocht of men niet een prefab noodstal kon ontwikkelen om naast deze houten schuren te plaatsen. Zo kwam Schokbeton na enige tijd met het ontwerp van losse betonnen panelen die gekoppeld konden worden. Toen werd er geopperd, als men deze panelen onbeperkt kan koppelen kunnen we er misschien ook wel landbouwschuren van maken.
Toen is er een bijdrage gevraagd van de Marshallhulp en is men voortvaren aan de gang gegaan en werd er binnen een jaar een geheel nieuw type schuur ontwikkeld. En kreeg men toestemming van de minister om een honderdtal prefab schuren te bouwen. Maar omdat dit zo nieuw was eiste de minister dat er ook een twintigtal van hetzelfde type gemetseld zou worden.
Men dacht dat dit maar voor 1 jaar was en dat men volgend jaar weer voldoende materiaal en metselaars ter beschikking zou hebben. Na afloop bleek dat de gemetselde schuren 5% duurder waren, maar een gemetselde schuur duurde c.a. 3 maanden om te bouwen en een prefabschuur c.a. 3 weken. Bovendien was het zo’n succes dat men verder ging met het verfijnen van de elementen en heeft men v.a. 24 ha. niet anders meer gebruikt.
Voor kleinere bedrijven bleek een gemetselde boerderij van het Brabantse langgevel type goedkoper.Omdat er na de oorlog veel Walcherse kleinere boeren naar de polder kwamen is men dit boerdrijtype de Zeeuwse boerdrijtype gaan noemen. Alle spanten van alle N.O.P. boerdrijen zijn van het fabrkaat NeMaHo Ned. Mij voor houtconstructies uit Doetichem.